Flahaut begaat de ene blunder na de andere. Omdat het hoofd van het brandwondencentrum in Neder-over-Heembeek niet de vereiste diploma's heeft, eist het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering 8 miljoen euro terug. Bovendien blijkt dat Flahaut dit al drie jaar wist, maar niets ondernam om de situatie recht te trekken. Misschien moeten we toch maar eens overwegen om politici persoonlijk aansprakelijk te stellen als bewezen kan worden dat hun nalatigheid de belastingbetaler geld kost. Artsen bijvoorbeeld kunnen een beroepsaansprakelijkheidsverzekering nemen om zich in te dekken als een patiënt schadevergoeding eist voor een medische fout. Misschien zou een gelijkaardig systeem voor politici een beetje verantwoordelijkheidsgevoel aankweken bij sommige ministers.
Wie m'n samenvatting van de lezing van Herman Balthazar doorgenomen heeft, zal duidelijk gemerkt hebben dat ik niet veel verwachte van de spreker van gisteren: Mark Elchardus. Onterecht moet ik nu toegeven. Zijn "korte sociologische geschiedenis van de sociale controle" was niet allen interessant maar ook boeiend en (niet onbelangrijk) verstaanbaar. Hoewel ik het zeker niet op alle punten met hem eens ben volgt hier een samenvatting zonder commentaar. Misschien volgt mijn persoonlijke visie later nog. In tussentijd kun je deze bespreking lezen van het boek "De dramademocratie". In die bespreking trekt Dirk Verhofstadt een aantal stellingen in twijfel die Mark Elchardus tijdens deze lezing uiteenzette, al heb ik de indruk dat Elchardus voorzichtiger was tijdens deze lezing dan in zijn boek en in dit Knack-interview.
In de 17de en de 18de eeuw lanceerden filosofen als Thomas Hobbes, John Locke en Jean-Jacques Rousseau de theorie dat een samenleving het resultaat is van een contract tussen autonome individuen. In dat contract worden enkele regels vastgelegd om een ordelijke samenleving mogelijk te maken. In de 19de eeuw wordt die stelling weerlegd door Hippolyte Taine en Emile Durkheim die opmerken dat mensen geen contract kunnen afsluiten als ze niet al samenleven. Mensen zijn niet autonoom volgens hen: ze hebben ouders, ze volgen tradities, ze worden beïnvloed door hun omgeving. Toch leeft het beeld van de autonome mens nog. Het boek "American Adam" van Richard W. B. Lewis uit 1955 is er een voorbeeld van, maar ook in veel Hollywood-films is de held zo'n autonome mens.
Dat velen nog steeds in zo'n onrealistisch mensbeeld geloven komt voort uit het geloof in de schone ziel. De mens zou goed zijn, zolang de omgeving hem niet corrumpeert. Een mooi voorbeeld van dit geloof in de goedheid van de mens is het boek "Pamela" door Samuel Richardson. Dit boek vertelt het verhaal van een dienstmeid. De zoon van haar werkgever heeft een oogje op haar en valt haar lastig, tot hij haar dagboek ontdekt en er in begint te lezen. Ontroerd door haar onschuld besluit hij dat ze beter verdient en vraagt hij haar ten huwelijk. Uit onderzoek van dagboeken uit verschillende periodes blijkt trouwens dat mensen hun handelen vrijwel altijd voorstellen als voortkomend uit hun eigen innerlijkheid en niet als een gevolg van externe factoren.
Henry Fielding schreef in 1741: een jaar na de publicatie van "Pamela", een parodie op dit boek onder de titel "An Apology for the Life of Mrs. Shamela Andrews". Volgens Fielding hebben mensen deugden en ondeugden. Daarom zijn er extern opgelegde regels nodig. Deze visie wint veld. Eén van de aanhangers ervan is Markies de Sade die in striemende satire het beeld van de goede mens onderuit haalt. De Sade beschrijft mensen die als volstrekt autonome wezens enkel hun eigen plezier nastreven. Aan het einde van de 18de eeuw is het deze visie die het haalt. David Hume omschrijft de mens als een rationeel wezen dat z'n eigenbelang nastreeft. Dit is één van de meest invloedrijke ideeën in de 19de en 20ste eeuw. Adam Smith verwoorde het als volgt: we hebben ons brood te danken aan het eigenbelang van de bakker. Zo komen we tot de definitie van het modern individualisme: de menselijke natuur is die van een berekende egoïst en een vrije markt van berekende egoïsten brengt welvaart.
In de 19de eeuw groeide de kritiek hierop. Er was teveel aandacht besteed aan de mogelijke gevolgen van het uitgangspunt: het berekend egoïsme, maar het uitgangspunt zelf was onvoldoende onderzocht. Er is geen wetenschappelijke evidentie over de menselijke natuur. Het is de verdienste geweest van mensen als Adolphe Quételet, Honoré de Balzac en Émile Zola dat ze de mens zijn beginnen observeren. Hun conclusie was dat de mens een product is van de omstandigheden. De mens is een verankerd wezen en die ankers moeten onderzocht worden.
De meeste sociologen vandaag hebben wel sympathie voor het streven naar autonomie maar geloven in het verankerd individu.
Het streven naar autonomie wordt concreet tijdens de Franse revolutie, maar pas na de tweede wereldoorlog komt het in een stroomversnelling. Dan vindt de "detraditionalisering" plaats: een stijging van de welvaart en dus van de keuzemogelijkheden van de consument, de ontwikkeling van de welvaartsstaat en dus van een sociaal vangnet, het afzwakken van tradities, ideologieën en levensbeschouwingen zien hun invloed verminderen, het einde van de grote verhalen en het einde van de "bevelshuishouding" (als je iets gedaan wilt krijgen van iemand moet je onderhandelen en hem overtuigen in plaats van hem te bevelen). Volgens veel waarnemers is het autonome individu vandaag een feit als gevolg van de detraditionalisering.
Iedereen gelooft dit graag, maar uit de 19de eeuw leerden we dat, hoe meer mensen ergens van overtuigd zijn, hoe meer reden er is om dat toch maar eens te onderzoeken. Zo hield FOST (de onderzoeksgroep aan de VUB waar Mark Elchardus deel van uitmaakt) een onderzoek waarbij op basis van een aantal opvattingen geraden moest worden of dit opvattingen van een man of van een vrouw waren. In 8 op de 10 gevallen bleken de onderzoekers juist te raden. Een gelijkaardig onderzoek met smaken in plaats van opvattingen leverde 90% goede resultaten op en bij een uitgebreider onderzoek konden de onderzoekers nog beter voorspellen wat de achtergrond van de proefpersonen was. Ook in Nederland werd hier onderzoek naar gevoerd. Dit onderzoek liep 30 jaar lang en de conclusie ervan is dat de voorspelbaarheid van het menselijk handelen toeneemt.
Er is dus nog steeds sociale controle, maar ze gebeurt op een andere mannier. Vroeger zorgden de dreiging van armoede, de religies, de voormannen van politieke bewegingen en de gezagdragers voor die controle, nu gebeurt dit subtieler. Je wordt constant gedwongen zelf keuzes te maken maar de factoren waarop je die keuze baseert (kennis, smaak, opvattingen, vaardigheden, emoties,...) worden beïnvloed. We volgen alsmaar langer onderwijs en ook na het onderwijs moeten we nog "levenslang leren", ook de massamedia hebben een enorm grote invloed op ons net zoals de reclame met allerlei gesofisticeerde technieken om bijvoorbeeld verpakkingen aantrekkelijker te maken en voor wie daardoor nog niet voldoende werd beïnvloed zijn er nog allerlei begeleidende en therapeutische activiteiten.
Er is geen "Big-Brother" dit dit allemaal controleert en de verschillende invloeden zijn niet allemaal dezelfde. Op school zul je waarschijnlijk andere invloeden ondergaan dan tijdens een avondje Tv-kijken. Toch kunnen we duidelijk stellen dat de sturing door socialiserende en beïnvloedende instellingen de laatste 50 jaar enorm is toegenomen. We moeten ons dus afvragen hoeveel controle we als maatschappij hebben op die instellingen. We hebben inderdaad een zekere mate van controle op bijvoorbeeld het onderwijs, maar op de massamedia krijgen we helemaal geen vat.
Hoe krijgen we als individuele mensen controle over die media? Bij de opkomst van de industrie maakten we iets gelijkaardigs mee: de fabriekseigenaars kregen heel wat macht over het leven van hun arbeiders. Sommige van die arbeiders reageerden er op door fabrieken te vernielen. Vandaag zien we in dat dit een vergissing was: we zijn er in geslaagd de industrie regels op te leggen en ze om te vormen tot de sokkel van onze welvaart. Ook de media moeten we proberen controleren, maar op de vraag hoe we dit kunnen doen zonder de vrije meningsuiting aan banden te leggen hebben we vandaag nog geen antwoord.
Een Nederlandse lerares Arabisch diende bij de Commissie Gelijke Behandeling een klacht in tegen het Islamitisch College Amsterdam. Het college wou haar niet in dienst nemen omdat ze weigert een hoofddoek te dragen. Dat kon niet volgens de school omdat zowel leerlingen als leerkrachten de regels van de koran en de soennah moeten respecteren.
De commissie bevestigd dat de school dergelijke eisen mag opleggen, maar gaf de leerkracht toch gelijk omdat de school uitzonderingen toestaat aan niet-moslims. Deze leerkracht is moslim en mag dus niet van een uitzondering genieten. Volgens de commissie wordt ze dus gediscrimineerd op basis van haar godsdienst.
In de Albertlaan kun je dit zebrapad vinden. Een zebrapad zonder verkeerslicht, dus hebben de voetgangers voorrang. Of toch niet? Op deze fotootjes kun je zien dat er weldegelijk een verkeerslicht verstopt staat achter een blauwe paal. Een verkeerslicht dat de voetgangers niet kunnen zien, maar waadoor de automobilisten er wel van overtuigd zijn dat ze door mogen rijden. Wie heeft hier nu voorrang?
Ook in de Voskenslaan staan vreemde verkeerslichten:
Dit licht staat op rood als er een tram de baan kruist. Het licht staat tussen de rijbaan en het fietspad. Het staat dus links van het fietspad en fietsers mogen het gewoon negeren. Vreemd, want de tram dwarst ook het fietspad.
Aan de overkant van de straat zie je precies het tegenovergestelde: hier staat het licht rechts van het fietspad en telt het dus ook voor de fietsers. Maar hier dwarst de tram het fietspad niet. De fietsers staan dus voor niets te wachten.
Als laatstejaarsstudent industrieel ingenieur aan de Hogeschool Gent, volg ik Studium Generale als keuzevak. De hogeschool organiseert 10 lezingen rond het thema: "Eenzaam in het netwerk: Hoe afhankelijk is onze onafhankelijkheid". Van die lezingen moet ik er 5 volgen. Aangezien ik over deze lezingen een paper moet schrijven leek het me zinvol na iedere lezing een samenvatting te maken. Als ik die samenvatting dan toch schrijf, kan ik hem net zo goed hier publiceren, wie weet heeft iemand er iets aan. Dit is m'n samenvatting van de eerste lezing met als spreker Herman Balthazar.
Herman Balthazar was niet alleen politicus, hij doceerde ook geschiedenis aan de Gentse universiteit. Helaas vergat hij tijdens zijn lezing dat hij deze keer niet in een auditorium van de universiteit stond, maar dat zijn publiek bestond uit studenten die alle mogelijke richtingen volgen aan de hogeschool en die dus niet noodzakelijk veel weten over de geschiedenis van de geschiedschrijving. De tekst van zijn lezing was goed geschreven, maar stond vol namen van historici en titels van boeken die mij niets zeiden. In deze samenvatting doe ik een poging om een overzichtje te geven van de stukken die ik tussen de stortvloed van namen en data door opgevangen heb.
Een historicus "maakt" geschiedenis en heeft daarbij de plicht om verder te zoeken dan de grote verhalen die iedereen kent. Om dat te doen heeft de historicus politieke en intellectuele vrijheid nodig. Het verhaal van de professionele geschiedschrijving begint in de 19de eeuw: de periode van de romantiek. In die periode was er niet alleen de populaire, vervaderlandste geschiedenis zoals we die kennen van boeken als "De 3 musketiers", "De leeuw van Vlaanderen" of "Oorlog en vrede" maar tegelijk ontstond toen een andere vorm van geschiedschrijving: een geschiedschrijving die het onderscheid maakte tussen "herinneringen" en "geschiedenis". Herinneringen bestaan uit beelden en zijn eerder instinctief, terwijl geschiedenis het product is van analyse en reflectie. De historicus werd een wetenschapper die zich opsloot in een ivoren toren.
Zo'n 25 jaar gelen kreeg de "serieuze" geschiedenis alsmaar meer belangstelling. Meer en meer studenten kozen voor een opleiding tot historicus, er werd meer over geschiedenis gepubliceerd en ook ons erfgoed kreeg meer belangstelling. Geschiedenis werd zelfs en publiekstekker in de media. Het is niet duidelijk of dit een goede evolutie is, maar het maakt het noodzakelijk dat er regels worden opgesteld om misbruik te vermijden. Al zal je nooit een duidelijke lijn kunnen trekken tussen fictie en feiten of tussen propaganda en journalistiek enerzijds en professionele geschiedenis anderzijds.
Een belangrijk moment voor de ontwikkeling van de moderne geschiedenis was het Eichmann-proces. Op het moment van het proces kwam er een heleboel informatie boven waarvan niet altijd duidelijk was of ze wel correct was. Dit leidde tot een confrontatie tussen de ethiek en de historici. Naar het voorbeeld van de rechten van de mens werden er ook "rechten van de doden" opgesteld. We moeten oppassen dat er niet teveel op ethiek gefocust wordt zodat de historicus zijn werk kan blijven doen.
De autonomie van historici is dus beperkt en het geheugen is historisch geconditioneerd. Historische inzichten waar iedereen het vandaag over eens is kunnen morgen op losse schroeven komen te staan. Historici zijn dus revisionistisch, maar mogen nooit feiten negeren: ze mogen niet negationistisch zijn.
Daarnet was er in Terzake een reportage over vrouwelijke zelfmoordterroristen wiens aanslag mislukte. Aan het begin van de reportage zie je een vrouw in haar cel de koran lezen. Bij dit beeld hoor je de commentaarstem zeggen dat ze haar koran nog vaak kan lezen, maar dat ze er nooit een passage in zal vinden die zelfmoordaanslagen goedkeurt.
De koran verbiedt inderdaad zelfmoord, maar is dit verbod wel van toepassing op zelfmoordterroristen? "Onder de schaduw van het zwaard is het Paradijs" zei Mohammed (Bukhari, vol. 4, boek 56, nr. 2818). Allah belooft het paradijs aan allen die doden en gedood worden voor de islam (koran 9:111). Omdat zelfmoordterroristen zich niet opblazen om zelf te sterven, maar om zoveel mogelijk ongelovigen te doden, zien ze zichzelf niet als zelfmoordenaars maar als martelaars. Ze geven gevolg aan Allah's oproep: "doodt de ongelovigen waar ge hen maar vindt, neemt hen gevangen en belegert hen en bereidt hun alle soorten hinderlaag" (koran 9:5) Dit soort martelarendom is niet eens een nieuw verschijnsel. Aan het einde van de elfde eeuw was er een Islamitische sekte: de Assassijnen, die op grote schaal politieke tegenstanders vermoordden. Zo goed als altijd gaven de moordenaars zich rustig over nadat ze de moord hadden uitgevoerd zodat ze terechtgesteld konden worden en in het paradijs konden gaan genieten van "jeugdige gezellen, gelijk in leeftijd" (koran 78:33) "van bescheiden blik met mooie ogen" (koran 37:48). Want Allah zegt: "Zo zal het zijn. En Wij zullen hen met schone meisjes die grote, mooie ogen hebben, verenigen." (koran 44:54)
Misschien worden de vrouwelijke terroristen meer aangetrokken door de armbanden van goud en parels en de zijden gewaden (koran 22:23), maar ze zijn er rotsvast van overtuigd dat ze na hun dood recht naar het paradijs gaan en de betuttelende woorden van een VRT-journalist zullen daar niets aan veranderen.
Deze foto werd genomen aan de zone 30 ter hoogte van het provinciaal instituut voor haartooi en schoonheidszorgen: een school voor leerlingen vanaf het 3de jaar secundair onderwijs. Kun je niet verwachten dat die leerlingen zo ongeveer weten hoe ze zich in het verkeer moeten gedragen? Waarom moet je dan vertragen tot 30 km/u in deze mini zone 30 waar je het bord dat het einde van de zone aankondigt al kunt zien nog voor je de zone binnen gereden bent?
Het gaat niet goed in Frankrijk. Er worden nog steeds iedere nacht honderden auto's in brand gestoken en verschillende gebouwen met molotovcocktails bestookt. Afgelopen nacht werd ook een moskee het doelwit van zo'n aanslag. De media en politici reageren met afschuw en verontwaardiging.
Uiteraard is die reactie terecht. Aanslagen kun je niet goedpraten, maar het valt op hoe verschillend de reactie is naar gelang het doelwit. Toen 2 kerken op een gelijkaardige mannier aangevallen werden, heb ik daar in de Vlaamse media niets over gehoord. Ook over de aanvallen op synagoges zweeg de Vlaamse pers. Franse politici gingen de joden zelfs uitleggen dat ze niet te veel nadruk moesten leggen op die aanslagen om potentiële daders niet op ideeën te brengen. Nu ook een moskee aan het alsmaar langer wordend lijstje doelwitten toegevoegd werd, is die voorzichtigheid plots niet meer nodig en is de aanval een hoofdpunt op het VRT-nieuws. Zijn dan niet alle slachtoffers gelijkwaardig?
Wie gehoopt had dat de rellen in Frankrijk wel vanzelf zouden stoppen eens de ramadan voorbij was, heeft ongelijk gekregen. Het geweld blijft niet alleen duren, het wordt zelfs erger. Intussen is iedereen op zoek naar een verklaring. De burgemeester van Aulnay-sous-Bois begrijpt er niets van: "Het Front National krijgt hier al jaren geen stemmen meer" zei hij tijdens zijn optocht zaterdag. Tja, wat moet je zeggen als politicus als je de schuld niet kunt steken op die verzuurde rechtse provocateurs?
Het is al zo ver gekomen dat Iran een oproep deed aan de Franse regering om de mensenrechten te respecteren en om vreedzaam in te gaan op de eisen van de relschoppers! Sinds wanneer maken de Iraanse theocraten zich zorgen over mensenrechten? De ayatollah's staan dus achter de eisen, terwijl in het westen niemand nu eigenlijk echt weet wat die eisen dan wel mogen zijn. Ook de Turkse premier Erdogan weet meer dan wij. Volgens hem draaien de rellen om het verbod op hoofddoeken. Zou Erdogan zich dan zorgen maken dat het geweld ook naar Turkije zou overslaan? De Turkse en de Franse wet over het dragen van hoofddoeken lijken namelijk verdacht veel op elkaar. Met dat verschil natuurlijk dat Erdogan die wet al jaren probeert af te schaffen terwijl ze in Frankrijk nog maar pas werd ingevoerd.
Hoewel er in het begin gesproken werd over wat 16-jarigen die zich gediscrimineerd voelen en hun woede wat gingen koelen op andermans auto, wordt het nu steeds duidelijker dat er weldegelijk een vorm van organisatie achter de rellen zit. Zo werd er een heuse molotov cocktail fabriek gevonden en beweert de politie dat verkenners op motoren in de gaten houden waar de politie zit en de relschoppers per GSM verwittigen. Misschien gaat het ook hier zoals het bijvoorbeeld in Noord-Ierland gaat: eerst begint een groepje jongeren een veldslag met de politie, maar al gauw komen de echte terroristen om het "protest" te recupereren voor hun politieke agenda en om de leiding over de gevechten over te nemen. Al blijft het in Frankrijk voorlopig gelukkig gaan om aanslagen met vrij primitieve middelen.
Deze redenering gaat er dus van uit dat de rellen een politieke boodschap hebben. Of dat zo is, is niet helemaal duidelijk. Geen enkele organisatie lijkt de rellen "op te eisen" en gezien de relschoppers ook journalisten aanvallen lijken ze niet meteen bereid hun eisen kenbaar te maken. De media doen wel wat gokken en vooral linkse politici helpen daar graag bij door te wijzen op de slechte leefomstandigheden in de buitenwijken van verschillende Franse grootsteden. Europees Commissaris Danuta Hübner (die als ex-communiste natuurlijk alles weet over de leefomstandigheden in woonkazernes) heeft zelfs al beloofd dat ze zal onderzoeken of er niet wat extra Europees geld naar Frankrijk kan gaan om de steden gezelliger te maken. Waarschijnlijk ziet ze die extra subsidies als een beloning voor de mannier waarop de jongeren uit de buitenwijken er in geslaagd zijn hun problemen op de politieke agenda te plaatsen. Ze hebben de voorbije dagen immers getoond hoe je in een democratisch land je mening kan laten horen en hoe je de politieke emancipatie van jezelf en je lotgenoten kunt bewerkstelligen.
In Clichy-sous-Bois, waar het allemaal begon, hield de politie al lang geen patrouilles meer, maar toen op 27 oktober een vrouw belde omdat ze vanuit haar appartementje enkele "jongeren" zag inbreken in een auto, kon de politie niet anders dan reageren. Het vervolg van het verhaal is gekend: 2 jongeren denken dat ze achtervolgd worden, slaan op de vlucht, zijn onvoorzichtig en komen om. Onmiddellijk staat de wijk in rep en roer. De politie moet vluchten, maar komt terug met versterking, de plaatselijke jongeren zijn niet van plan "hun wijk" te laten heroveren en de "oorlog" begint.
Zouden de jongeren die nu een oorlog uitvechten om de politie uit hun wijken te houden echt meer aandacht eisen van de politici? Zouden ze echt de leefbaarheid van hun wijken willen verbeteren? Zou iemand die een propere, veilige wijk wil, met molotov cocktails naar de politie gooien? Of zouden ze integendeel "baas in eigen wijk" willen zijn? Dat zijn ze trouwens jarenlang geweest. In wijken als Clichy-sous-Bois, waar 80% van de bewoners moslims zijn, durft al jaren niemand nog varkensvlees te verkopen uit vrees voor represailles. Jongerenbendes zijn er in geslaagd door intimidatie en geweld de islamitische leefregels op te leggen aan alle bewoners. Meisjes worden systematisch verkracht of zelfs in brand gestoken als ze zich westers durven kleden. Politici durven daar niet op reageren. Ze lieten de boel dus jaren verzieken en lieten de slachtoffers aan hun lot over. Nu de politie toch een voet op islamitisch grondgebied heeft gezet, is de boel ontploft.
Zijn dit dan rellen van criminele bendes die vrezen dat de politie hun wijken opnieuw onder controle wil krijgen? Of hebben ze ook een religieuze dimensie? Volgens de New York Post zijn de relschoppers uit op de invoering van autonome religieuze regio's. In die gebieden zouden dan de islamitische wetten gelden. Ze zouden zelfs eigen rechtbanken hebben. De inspiratie voor dit systeem zou komen uit het Ottomaanse rijk waar dergelijke regio's "miletten" genoemd werden. Ook de Allahu Akbar-kreten en de aanvallen op kerken en op een synagoge lijken in de richting te wijzen van religieuze beweegredenen, bovendien valt het op dat op sommige plaatsen handelszaken van islamitische eigenaars gespaard worden en dat er zo goed als geen niet-islamieten aan de rellen deelnemen.
Maar misschien is dit doemdenken. Misschien hebben de jihad-strijders in Frankrijk toch niet zoveel invloed als sommigen vrezen. Maar het is zeker zo dat de huidige situatie een uitgelezen kans is voor hen om hun positie te versterken.
(De afbeelding van de 3 gemaskerde jongemannen is afkomstig uit dit filmpje. De andere afbeeldingen komen uit deze uitzending van het Nederlandse TV-programma Netwerk.)
Er is iets vreemds aan de hand met blogger. Normaal krijg je bij het publiceren van een nieuwe tekst een soort tellertje dat weergeeft hoe ver hij staat met het aanpassen van je blog. Maar de laatste dagen springt die teller soms onmiddellijk naar 100%. Achteraf blijkt dan dat je tekst verdwenen is en dat alleen de titel ervan op je blog verschijnt. Opnieuw proberen levert hetzelfde resultaat op, maar enkele uren later kan het soms wel lukken. Hebben anderen hier ook last van?
Gisteren werden enkele journalisten van "Het Nieuwsblad" aangevallen door een groepje "jongeren" in Molenbeek. De achterruit van hun auto werd verbrijzeld omdat ze vanuit die auto foto's aan het trekken waren. Ook in Frankrijk worden journalisten aangevallen, maar het kan erger.
Op 27 oktober stapte de 56-jarige Jean-Claude Irvoas uit zijn auto in Epinay-sur-Seine. Hij wou een foto trekken van een lantaarnpaal. 3 "sociaal gebroken jongeren", zoals "De Standaard" ze waarschijnlijk zou noemen, stelden dit niet op prijs en ranselden Jean-Claude Irvoas af. Irvoas stierf op de straat terwijl zijn vrouw en dochter vanuit de auto toekeken. Toch waren het niet de vrienden van Irvoas die diezelfde avond in een naburige gemeente brandjes begonnen stichten. Het waren de vrienden van 2 jongeren die zichzelf elektrocuteerden.
Wat is een multiculturele maatschappij toch boeiend. Je komt constant interessante culturele verschillen tegen. Blijkbaar gaan verschillende culturen op een verschillende mannier om met het fenomeen van de "fotografie" en blijkbaar beleven de "nieuwe Fransen" hun rouwproces op een andere mannier dan de "oude Fransen".
De commotie rond de cartoons in de Deense krant Jyllands-Posten blijft duren. De zaak komt in december zelfs voor op een topvergadering van de Organisatie van de Islamitische Conferentie. Voor meer achtergrondinformatie kun je terecht bij Hoegin:
Vorige vrijdag werd er bij wijze van duel een kwisje gehouden in het programma "de saga van Oberon" op één. Er werden een aantal stellingen voorgelezen waarop de kwissers moesten zeggen of deze volgens hen juist of fout waren. Volgens één van deze stellingen zijn leeuwen op vlaggen en wapenschilden afkomstig uit de Arabische wereld. Europese edelen zagen deze leeuwen tijdens de kruistochten en namen het gebruik over om leeuwen, maar ook andere dieren of planten, op hun schilden af te beelden. Volgens de makers van het programma is deze stelling juist.
Dit verhaal werd in 2001 ook verteld op de tentoonstelling "Van Algebra tot Pyjama". Filips van de Elzas: de eerste graaf van Vlaanderen die een leeuw als symbool gebruikte, zou deze leeuw voor het eerst tijdens zijn kruistocht in 1177 gezien hebben. Toch is er een zegel van Filips van de Elzas uit 1162 waarop hij afgebeeld wordt met een leeuw op zijn schild, op zijn helm en op zijn vlag. Dit verhaal kan dus onmogelijk kloppen.
Filips van de Elzas had dus al een leeuw op zijn schild voor hij op kruistocht vertrok. Maar misschien heeft hij die leeuw wel via anderen afgekeken van iemand die vroeger al aan een kruistocht deelnam? Ook dat is zeer onwaarschijnlijk. Misschien hebben al die christelijke edelen dergelijke afbeeldingen wel onder elkaar verspreid tijdens de kruistocht, maar aangezien het afbeelden van levende wezens in de islam verboden is, hadden islamitische strijders waarschijnlijk geen leeuwen op hun schilden.
Er werden trouwens al lang voor de eerste kruistocht (1096–1099) leeuwen afgebeeld in Europa. De Romeinen tekenden leeuwen. De leeuw is bovendien het symbool van de evangelist Marcus. Ook op het tapijt van Bayeux zijn heel wat leeuwen te zien. Dit tapijt is een soort middeleeuws stripverhaal over de slag bij Hastings in 1066 (30 jaar voor de eerste kruistocht). Het is voor historici een zeer belangrijke bron van informatie over de wapens en de kleding uit die tijd. Niet alleen zien we in de marge van dit tapijt verschillende leeuwen, we zien ook krijgers met een dier (waarschijnlijk een draak) op hun schild. Een duidelijk bewijs dus dat dergelijke afbeeldingen al voor de kruistochten gebruikt werden in Europa.
Wie "De kracht van de rede" van Oriana Fallaci gelezen heeft, denkt nu misschien aan de voorstellen van CVP'er Tijl Declercq, die opgenomen werden in de "Resolutie van Straatsburg" in 1975. Deze resolutie gaat over Arabische immigranten in Europa. Europese politici verbinden zich ertoe om Arabische immigranten de mogelijkheid te geven om hun cultuur en godsdienst naar Europa over te brengen, te promoten en te verbreiden. Ze beloven ook om "met behulp van de pers en verschillende voorlichtingsorganen een gunstig klimaat voor immigranten en hun families te scheppen". Daarom is er "de basisvoorwaarde om je, met behulp van de pers en de academische wereld, lovend uit te laten over de bijdrage die de Arabische cultuur aan de ontwikkeling in Europa geleverd heeft". Zo komt het dat we vandaag te horen krijgen dat niet de Chinezen het papier uitvonden (500 jaar voor de geboorte van Mohammed), maar wel de moslims, dat niet Hippocrates begon met het bestuderen van de bloedsomloop, maar wel Ibn Sina, dat de Romeinen geen katoen droegen omdat katoen door moslims is ontdekt, dat niet Adam Smith de grondlegger is van de moderne economie, maar dat Mohammed dit op zijn palmares heeft, dat niet Voltaire, Rousseau en Diderot aan de basis van de verlichting lagen, maar wel Abdalghani Al-Nabulusi en dat het nationale symbool van Vlaanderen eigenlijk een islamitische vondst is.
Ze zijn weer goed bezig bij Greenpeace. Toen ze met hun mastodont-boot de "Rainbow Warrior II" in het Filipijnse maritieme nationale park Tubbataha wat gingen rondvaren, hebben ze 160 vierkante meter koraalrif vernield. Allemaal "collateral damage" in de strijd voor het milieu.