Een Nederlandse lerares Arabisch diende bij de Commissie Gelijke Behandeling een klacht in tegen het Islamitisch College Amsterdam. Het college wou haar niet in dienst nemen omdat ze weigert een hoofddoek te dragen. Dat kon niet volgens de school omdat zowel leerlingen als leerkrachten de regels van de koran en de soennah moeten respecteren.
De commissie bevestigd dat de school dergelijke eisen mag opleggen, maar gaf de leerkracht toch gelijk omdat de school uitzonderingen toestaat aan niet-moslims. Deze leerkracht is moslim en mag dus niet van een uitzondering genieten. Volgens de commissie wordt ze dus gediscrimineerd op basis van haar godsdienst.