Skender

zondag, januari 23

Meer over software patenten en democratie

 
 Vrijdag schreef ik snel een tekstje over de spoedactie van softwarepatenten.be. Omdat ik toen geen tijd had om meer achtergrondinformatie te geven, doe ik dat nu.

Momenteel is een patent op software in de Europese Unie waardeloos. Toch heeft het Europese patentenbureau er al meer dan 30 000 toegekend, voornamelijk aan Amerikaanse en Japanse bedrijven. De argumentatie van het patentenbureau voor deze werkwijze is dat het ook bevoegd is voor een aantal landen buiten de EU. De rechtbank moet volgens het bureau maar uitmaken of een patent al dan niet rechtsgeldig is.

In 2002 lag er een voorstel klaar in het Europees Parlement dat software patenten naar Amerikaans voorbeeld zou legaliseren. Grote bedrijven als IBM en Microsoft steunden deze tekst. Het zag er dan ook naar uit dat dit voorstel zonder problemen goedgekeurd zou worden. Toch kwam er protest. Eerst uit de hoek van de vrije software ontwikkelaars, maar later ook vanuit het bedrijfsleven. De Europese software industrie draait vooral op KMO's. Zij beseften dat ze de duimen zouden moeten leggen voor de duizenden patenten van grote (vooral Amerikaanse) bedrijven. Deze persmededeling van OpenStandaarden.be geeft een goed overzicht van de argumenten tegen dit Europees voorstel.

Het is niet eenvoudig om de leden van het Europees Parlement te informeren over een technische kwestie als software patenten. Het protest tegen deze patenten werd gecoördineerd door de Foundation for a Free Information Infrastructure (FFII). Dankzij het werk van talloze vrijwilligers slaagden zij er in heel wat parlementsleden te overtuigen van de gevaren van software patenten. Op 24 september 2003 keurde het parlement de richtlijn goed, maar het voegde heel wat amendementen toe. Patenten konden alleen gaan om een geheel waarin hard- en software samenwerkten. Software op zich kon niet gepatenteerd worden. Patenten konden ook niet gebruikt worden om te vermijden dat concurrenten hun software compatibel maken met de jouwe. De tegenstanders van software patenten hadden dus een duidelijke overwinning behaald.

Maar de ontnuchtering volgde al snel. Na de stemming in het parlement, is het de taak van de Raad van Ministers om alle amendementen te bundelen tot een duidelijke richtlijn. Dit gebeurde in 2004 onder het Ierse voorzitterschap. Maar de tekst die de Raad van Ministers opstelde liet zo goed als alle beperkingen die het parlement had opgelegd, gewoon vallen. Heel wat parlementsleden voelden zich beledigd en spraken over een totaal gebrek aan respect voor de democratie. Toch keurde de Raad van Ministers het voorstel goed op 18 mei 2004. Na de goedkeuring door de Raad van Ministers, moet het voorstel opnieuw naar het Europees Parlement. Maar daar is een 2/3 meerderheid nodig om het nog te kunnen aanpassen.

Uitendelijk bracht de uitbreiding van de EU redding. Met deze uitbreiding veranderde ook de stemprocedure in de ministerraad. De goedkeuring van 18 mei was hierdoor niet langer geldig. Bovendien leken de nieuwe lidstaten tegen software patenten te zijn.

Maar de voorstander van patenten gaven niet op. Onder het Nederlands voorzitterschap werd op 20 december 2004 een poging gedaan om software patenten toch stilletjes goedgekeurd te krijgen op een bijeenkomst van de ministers van Landbouw en Visserij. Er kwam zware kritiek op deze poging, die in strijd zou zijn met de Procedure van de Raad van Ministers. Uiteindelijk eiste Polen dat dit punt van de agenda zou worden gehaald. Dit resulteerde in een petitie waarin meer dan 25 000 mensen Polen steunden.

Thank you, Poland!


De acties tegen software patenten hebben indruk gemaakt bij de Europese politici. Ze werden een "schoolvoorbeeld van e-democratie" genoemd. Maar ook de Europese Unie heeft bij de actievoerders indruk gemaakt. Velen onder hen zijn geschokt door de ondoorzichtige en ondemocratische werking van de unie. Deze unie wordt geleid door bureaucraten, die niet gewoon zijn tegenwind te krijgen. Maandag zullen zij waarschijnlijk opnieuw proberen om achter de schermen landbouwministers te laten stemmen over software patenten, in de hoop dat er in het parlement geen 2/3 meerderheid gevonden wordt tegen dit voorstel.

 Hoe vaak horen we ministers niet zeggen "we moeten van Europa". Voor sommige materies kan het misschien zinvol zijn om op Europees niveau beslissingen te nemen. Maar die besluitvorming moet dan wel transparant en democratisch verlopen. Het overhevelen van een bevoegdheid naar het Europees niveau mag niet betekenen dat de Europese bevolking voorgoed de controle kwijt is over de beslissingen die in het kader van die bevoegdheid genomen worden. Zolang Europa niet democratisch werkt, zou iedere politicus moeten weigeren Europese richtlijnen uit te voeren, als ze met het argument "we moeten van Europa" door onze strot geramd worden.

Mark Eyskens beweerde onlangs in Knack dat het dwaas zou zijn om een referendum te houden over de Europese grondwet. Die grondwet is te moeilijk om verstaan te worden door de gewone burger. Enkel de Europese bureaucraten zijn verstandig genoeg om te oordelen over deze grondwet. Niet waar: "De grondwet is het charter dat het volk tegen staatswillekeur beschermt" was de reactie van Paul Belien. Als een grondwet onleesbaar is, vergroot dit de mogelijkheden van politici en bureaucraten om te doen wat ze willen. Als de Europese grondwet onleesbaar is, is dit een bewuste poging om de democratie aan banden te leggen. Iedere vrijheidlievende Europeaan zou zich hiertegen moeten verzetten.
# geschreven door Skender @ 11:50 a.m.
 
www.flickr.com
Overname van mijn eigen teksten en foto's toegestaan mits bronvermelding